Onlangs was ik aanwezig bij een avond van collega coaches die met elkaar van gedachten wilde wisselen over het vak ‘Coachen’. Een gezonde behoefte bij een serieus en verantwoordelijk beroep lijkt mij, dus melde ik mij aan voor deze mogelijk interessante bijeenkomst. 

Tijdens de inleiding werd gewezen op de kritische blik die geworpen dient te worden op het vak coachen alsmede op zichzelf, de coach. Nog een gezonde instelling al voelde ik een klein trillinkje bij het woord ‘kritisch’. Wat werd daarmee bedoeld? Kritisch vanuit calvinistische cookies, wat er niet klopt of kijken of iets beter kan? Enfin de avond was nog jong dus ik zou dat weldra ondervinden. Na een presentatie (en opwarmer) over het/een mensbeeld door een collega coach was het aan de collega’s om verder met elkaar van gedachten te wisselen over hetzelfde onderwerp in groepjes van 6.  

Ik trof een aantal sympathieke collega’s die nuchter vaststelden dat eerst een kennismaking met elkaar fijn zou zijn alvorens van start te gaan met het grote vraagstuk over ieders persoonlijke mensbeeld. Gaandeweg belanden wij in het vraagstuk ‘Hoe zit het met jouw mensbeeld’ toen er, voor mij, iets opmerkelijks gebeurde. Een collega riep verontrust en verontwaardigd: “En als wij nou allemaal eerst zelf die zuurstofkapjes (refererend aan instructies in een vliegtuig) opzetten voordat we dat bij anderen doen en niemand komt op het idee om op de cockpitdeur te kloppen, in wat voor een maatschappij komen we dan terecht???” Onmiddellijk vlogen er allerlei reacties door mijn hoofd zoals: vertrouwen in de mensen in de cockpit? Vertrouwen in het team stewards?; Je kan niet met een zuurstofkapje op gaan lopen…… Het moment waarop deze collega deze kreet lanceerde liet geen reactie toe van de andere groepsleden. Of was het meer dat deze collega’s begrepen dat de verontruste collega ruimte nodig had om stoom af te blazen? Stoom opgebouwd uit allerlei teleurstellingen en verwachtingen in het coachvak en de (vak)ontwikkelingen in maatschappij? Ook voor mij voelde het niet als nuttig om te reageren. ‘Op mijn handen zitten’ leek mij het enige passende.   

Het voorval bleef mij bezighouden en ik vroeg mij af: in hoeverre durf je als coach op je handen te gaan zitten en te vertrouwen op het proces van de cliënt/coachee en diens deskundigheid over zichzelf? Als coach het antwoord niet te hoeven weten, omdat de ander dat zelf zal ontdekken als de verzamelde frustraties en onuitgekomen verwachtingen zijn benoemd en afgevloeid. Pas wanneer de druk eraf is zal er ruimte komen om die eeuwenoude vraag te onderzoeken die door de eeuwen heen in studies en religies werd onderzocht: Waartoe dien ik in dit leven? En waartoe leidt mijn bijdrage in het coachvak? 

Als ik mijn vertrouwen in het leven uitstraal en mijn cliënten kunnen dit voelen en ervaren dan ontstaat er een veilige en ontspannen sfeer waarin de cliënt kan onderzoeken welke stappen hij/zij wil gaan zetten. Vertrouwen van een levensreiziger die uit vrije wil in de ruimte van een coach stapt met de vraag of die hem/haar wil begeleiden van A naar B in het vertrouwen dat er een zuurstofkapje beschikbaar is indien de reis wat hobbelig wordt.   

Relax, lay back and enjoy your flight.