… dan ga ik lopen. Heen en weer door de ruimte die op dat moment tot mijn beschikking is. IJsberen noemen ze dat geloof ik. Door te bewegen reguleert mijn systeem de stres en houd ik mijn hoofd erbij. Ik loop heen en weer en er jaagt van alles door mijn hoofd. Gedachten en emoties buitelen door elkaar heen. Ik loop stevig, bots bijna tegen een stoel of muur. Verplaats mijn emoties in gedachten naar de blokkades in de ruimte. Na de confrontatie met de obstakels ervaren te hebben accepteer ik hun bestaan in de ruimte. Ze zijn wat ze zijn. Door deze acceptatie breekt een rustiger fase aan: het relativeren kan beginnen en dan het besef dat er altijd keuzes zijn.
Waar wil ik voor kiezen? Gelijk krijgen of gelukkig zijn? Wat betekent gelijk? Wat is geluk?
Mijn tempo vertraagd, ik kijk naar buiten. Vogels vliegen door de tuin en leven hun vogelleven. Ik volg hun gedrag en kom tot stilstand. Rust.
Wat wil ik?
Ik adem uit en ik adem in….. gedachten komen, gedachten gaan.
Het is maar hoe ik het zie…..